Tegen Frontex en tegen de politie – leerzaam middagje actie

maandag 25 april 2022

Afgelopen vrijdag, 22 april 2022, hielden rond de 25 actievoerders in Den Haag een demonstratie tegen Frontex, het EU-agentschap dat de grensbewaking rond de buitengrenzen van de Europese Unie regelt. Agentschap Fort Europa dus eigenlijk, een agentschap van muren en hekken en gewapende bewaking, een agentschap dat vluchtelingen op zee de dood in laat jagen of op land vast laat lopen in prikkeldraad en in als opvangcentra vermomde concentratiekampen. Kortom, een agentschap dat vuur en vlammen verdient, geen budgetten en personeel. Van vuur en vlammen kwam het niet. Maar een levendig protest was het wel. Ik nam deel, en vond het in meerdere opzichten leerzaam.

We verzamelden op de Koekamp, waar een van ons een korte toespraak hield. De politie was er meteen al: gezichtsbedekking van demonstranten mocht niet, iets dat ze overigens niet consequent afdwingen. Stokken aan vlaggen/spandoeken mochten ook niet, en dat dwongen ze wel af. Vroeger gold dit soort onzinverbod alleen voor stevige stokken. Wapens, zeggen ze dan. Nu waren de dunne bamboestokken ook taboe. Zo rekt de politie haar regeltjes steeds verder op in repressieve richting.

We gingen lopen. Aanvankelijk zwijgend: er werd intussen lawaai afgespeeld, ik begrijp oorlogsgeluiden, om de verschrikkingen waar vluchtelingen aan proberen te ontkomen uit te beelden. Even later zetten mensen gelukkig toch leuzen in, en zo werd het toch een levendige optocht. ‘No Borders, No Nations, Stop Deportations!’, ‘No Nations, No Border, Fight Law and Order’, ‘Say it Loud, Say it Clear – Refugees are Welcome Here!’, ook in de gezongen versie. Keer op keer ook: ‘Hey hey,. Ho ho, Frontex Has to Go!’

Ik vond dat continu afspelen van oorlogsgeluid niet zo’n geweldig idee, eerlijk gezegd. Ik snap de symbolische waarde. Maar het geluid was niet luid genoeg om buiten de stoet zodanig hoorbaar te zijn dat de boodschap overkwam. Terwijl het geluid weer wel hard genoeg was om voor veel extra prikkels te zorgen voor een demonstrant als ondergetekende. Het maakte het roepen van leuzen ook niet makkelijker. Ik denk dat het beter was geweest om dat geluid slechts af en toe af te spelen, en dan flink luider zodat het overkomt. Maar zeker niet continu, zodat het demonstreren goeddeels zonder dit lawaai kon plaatsvinden en het zelf scanderen en zingen echt alle ruimte krijgt.

We liepen van ministerie naar ministerie en ander bureaucratisch doelwit. Het idee was dat we bij die diverse doelwitten op verschillende wijzen aandacht zouden vestigen op Frontex en de staatsterreur tegen vluchtelingen die onder meer daarmee wordt uitgeoefend. Het eerste doelwit was het ministerie van oorlog, lachwekkend aangeduid als ministerie van Defensie). Daar maakten we onze boodschap luidruchtig duidelijk, maar veel gebeurde daar niet. Vervolgens trokken we op naar het ministerie van Onrecht, al even lachwekkend met Justitie aangeduid. Daar zongen wij – Joke Kaviaar en ik, in de hoedanigheid van Your Local Pirates – ons lied Horror and Weep, in 2018 gemaakt naar aanleiding van de vluchtelingenkinderen in kooien in het land van toen nog Trump. Hetzelfde soort verschrikking dus als waar Frontex verantwoordelijk voor is.

Toen we verder wilden, bleek een van ons de meegebrachte vouwfiets kwijt te zijn. Gestolen? Misschien stond die nog bij de vorige tussenstop, het oorlogsministerie? Iemand ging kijken. Degene van wie de s fiets was, wilde ook even teruglopen. Dat mocht niet van de politie: geen afsplitsingen! Pas toen de eerste persoon terug was gekomen, vond de politie het okay dat de tweede persoon ging. Die was intussen gelukkig al langs de politie gesneakt, en kwam kort erna met fiets en al terug. Maar intussen had de politie de groep dus wel behandeld alsof ze gevangenen waren: eenmaal in de groep mochten we er niet zomaar uit. Een tweede geval van kwaadaardige repressie tegen een klein groepje demonstranten dat gewoon een statement van solidariteit aan het maken was. More was to come.

Derde doelwit: het gebouw ministerie van buitenlandse zaken, waar naar ik begreep ook de IND gevestigd was. Daar hielden mensen een die-in: demonstranten gingen onder witte lakens liggen, om de wegens het anti-vluchtelingenbeleid door de EU de dood in gejaagde mensen uit te beelden, Intussen werden namen of persoonsbeschrijvingen van aldus omgekomen vluchtelingen voorgelezen. Intussen hielden andere demonstranten de twee spandoeken van de demonstratie vast, een met de tekst ‘Borders Kill’, de ander met ‘Stop Pushbacks.’ Aanankelijk stonden we echter me tie s[pandoeken naar de voorbijganger toe terwijl die spandoeken het zicht op de die-in ontytrokken. Zo kreeg de actie natuurlijk amper aandacht, dus we verplaatsten de doeken naar achter de voor dood liggende demonstranten. Zo konden mensen het zien. Intussen deelden demonstranten flyers met uitleg en kritiek over Frontex uit aan mensen uit het publiek.

Dat vond ik trouwens de kracht van de hele actie: wat we deden bij de diverse doelwitten – een die-in, wat muziek, whatever – functioneerde als aandachtstrekker. De flyer functioneerde als toelichting. Het systematisch uitdelen van die flyers was wat mij betreft de essentie van wat we deden. Als drukmiddel op de diverse instanties werkt het type symbolische acties dat we deden plus ene optocht op zich niet. Als aandachtstrekker en handvat voor kritische voorlichting aan mensen die zo’n actie zien, vind ik de aanpak echter uiterst zinvol.

Dat vergt echter allemaal wel dat er publiek, omstanders, voorbijgangers zijn om flyers uit te delen. Tot aan de die-in waren die er. Maar vervolgens gingen we langs het station naar de tijdelijke locatie van de Tweedee Kamer. Dat is aan een drukke weg, maar met nauwelijks voetgangers. Dan sta je dus je ding te doen in de leegte. En de politie werd nu heel vervelend. We wilden voor het gebouw staan. Ruimte zat, en we stonden geen voetgangersstromen in de weg want voorbijgangers waren er dus amper. Maakte allemaal niet uit, de politie stond erop dat we naar de overkant gingen, op afstand van het gebouw. Dat wilden we niet, maar verwijzingen naar vrijheid van meningsuiting en vergelijkingen met hoe het Kremlin opereert tegen demonstranten maakten niet uit. We moesten gaan, anders zou de politie wel even helpen, zo maakten agenten ons duidelijk. En ja hoor, even later weden we richting overkant ‘begeleid’ en dus ook geduwd.

Ik was het zat, stelde aan een enkele mededemonstrant voor om op de weg te gaan zitten, en voegde de daad bij dat woord. Ik hoopte dat anderen dat ook zouden doen, dat gebeurde niet, wel kreeg ik van een mede-activist een blik te zien van ‘Is dat nu wel verstandig?’ Ik bleef zitten maar niet lang. Snel voelde ik een paar armen die aan me begonnen te trekken. Politie trok me vrij hardhandig weg, ik stribbelde tegen, een kameraad kwam er bij en probeerde me te helpen. Alles bij elkaar lukte het de politie niet om me achter het dranghek waar ze me kennelijk wilden hebben – en daarmee buiten de groep! – te krijgen. Agenten hielden me nog even vast, maar ik stond bij de groep die nu aan de overkant stond. Toespraakje, leuzen. Geen arrestaties. Ik zag intussen wel de omvang van de politiemacht. Meerdere politiebusjes en een politiewagen.

Op aar het laatste doelwit, een gebouw van een wapenlobby-instantie. Politie voorop, in politieauto over de stoep, is natuurlijk helemaal geen overtreding van hun eigen wetten. Langs een straat met nog steeds amper voorbijgangers. Dit deel van de route werd noodzakelijk gemaakt door de gekozen doelwitten maar was voor het uitdelen van flyers en dergelijke dus helemaal niet erg nuttig. Bij het wapenlobbybedrijf deelden actievoerders met nep-bloed besmeurde nep-aandelen uit, maar ook hier moesten we aan de overkant blijven van de politie die ons nog steeds als serieuze bedreiging van de Openbare Orde bejegende. Joke en ik deden een tweede lied, “Wapentuig Stuk’. Het kostte me moeite om er niet een derde lied, ACAB, achteraan te gooien maar verder dan de inleidende akkoorden ging ik maar niet.

Bij deze locatie sloten we de hele actie af. De balans op makend denk ik:

Een: Nuttige actie, vanwege de aandacht die we trokken met ons verhaal, rechtstreeks naar voorbijgangers toe. Zo waren we niet afhankelijk van media-aandacht, zo hanteerden we onze eigen kracht. Zo kregen de diverse activiteiten bij de doelwitten hun functie. Ik denk dat precies dit aspect bij kleinschalige acties als deze misschien nog meer nadruk zou mogen krijgen dan die veelal krijgt: rechtstreekse communicatie met mensen buiten onze eigen kringen, wiens aandacht, support en inzet we zoeken en nodig hebben om verder te komen met de strijd.

Twee: Wat een repressief circus wist de politie van Den Haag er weer van te maken! Maar waarom komen ze daar mee weg? Wat zou er gebeurd zijn als we niet met vijfentwintig mensen waren geweest, maar met honderd? Of meer? Wat zou er gebeurd zijn als er niet slechts een enkele demonstrant was gaan zitten op de weg bij het Tweede Kamergebouw, maar vijftien? Of dertig? En hoe zou het worden als we onze dingen doen op vijf locaties, niet opeenvolgend met een mars over deels lege straten, maar tegelijkertijd? Zomaar wat gedachten van een nog steeds boze, maar tevens opruiend opgewekte, demonstrant.

Noten

1 ‘22 April: Demonstration ‘Abolish Frontex- End Dutch participation’ with actions’, Stop The War On Migrants, 29 maart 2022, https://stopthewaronmigrants.noblogs.org/post/2022/03/29/22-april-demonstration-abolish-frontex-end-dutch-participation-with-actions/

2 Zie ook het mooie beeldverslag van Harry Westerink op de website van Doorbraak, ‘’Actie tegen Frontex leidt tot repressie van Haagse politie (beeldverslag)’,25 april 2022, https://www.doorbraak.eu/actie-tegen-frontex-leidt-tot-repressie-van-haagse-politie-beeldverslag/

Peter Storm